Vakantie 2.0
Het zonnetje schijnt in Tunesië, dag drie, muziek op de achtergrond. Chippies en biertjes binnen handbereik.
Hi, I am an addict.
We liggen op bed. Vriendin E. bromt, gromt en is sip. ‘Ik denk dat ik afkickverschijnselen heb Claire. Ik denk het echt! Ik kan hier echt zo chagrijnig om worden. Ik vind het niet leuk meer’. Ik beeld me vriendin E. voor met een spuit in haar arm. Een fles wijn in de wc verstopt. Een zak met coke onder haar kussen. Het zal toch niet…? Ik kijk haar aan. ‘Ik mis mijn Iphone..’ piept ze met een pruillip en een zielige stem. Godzijdank.
Wereldwijde verslaving dat internet
Een klein stukje research (op weliswaar het internet) vertelt mij iets over Cyberfrenie, beter bekend als Cyberaddiction. Internetverslaving. We mailen, facetimen, pingen, whatsappen met onze smartphones en dat de hele dag door. Dat breekt ons op, en maakt ons verslaafd. Ik geef het eerlijk toe. Ik word zenuwachtig als ik mijn telefoon niet binnen een straal van drie meter bij me heb. Net nadat mijn wekker afgaat app ik het liefst mijn complete contactenlijst een welgemeende ‘goedemorgen’. En in de avond ‘welterusten’. Als ik s’ nachts niet kan slapen moeten mijn vrienden dit weten. In ons internettijdperk is niks te gek. Dit komt niet voort uit noodzaak, maar uit innerlijke drang. Zo kwam ik een paar maanden geleden een foto tegen van een voet vol met blaren na een voetbaltraining. Zet hij graag op Facebook. Vindt hij leuk.
Kapot kapotje
Terug naar Tunesië, laatste dag. Vriendin E. is de week doorgekomen. Het is het einde van de dag en andere vakantiegangers zoeken hun spullen bij elkaar en gaan naar hun hotelkamer. Ondergaande oranje zon. ‘Claire, ik moet biechten en ik weet dat je het niet wilt horen.’ Ik beeld me vriendin E. in met een vreemde Tunesiër in haar bed. Een gescheurd condoom. Of nog erger. Ze is verliefd geworden en ik moet alleen met het vliegtuig terug. Oh alsjeblieft niet. ‘Ik heb de data-roaming aangezet.’ Godzijdank, lang leve de Cyberfrenie.
Daarom een oproep aan iedereen die dezelfde verschijnselen heeft. Ik daag jullie uit voor een week zonder internet! Wedden dat jullie bezwijken voor dag drie? Spelregels: al het internet is verboden, mits het voor je werk is. Niet voor jullie, maar voor mij komt dit goed uit. Wat ik hier doe, is namelijk mijn werk. Dat is dus geen innerlijke drang. Dat is noodzaak.